Wat betekent "vrijheid"?
door Rabbi Shabtai Slawaticki
Vierhonderd jaar geleden, één dag na de verdrijving uit Spanje, verlieten drie schepen de Nina, de Pinta en de Santa Maria dit land. De kapitein stond bekend als een doorzetter met een ijzersterke wil. Zijn droom was om nieuw land te ontdekken. Dit bracht hem ertoe deze gevaarlijke tocht te ondernemen die tot een bitter einde zou komen. Vele moeilijkheden deden zich voor gedurende de vaart. Na lange, lange weken rondzwerven op het water nog steeds geen geen land in zicht. De matrozen begonnen te mopperen. Is er nog genoeg mondvoorraad? Zullen we nog levend deze onafzienbare watervlakte verlaten? Zeker zullen we aan het andere eind van de wereld in de hel terechtkomen. Columbus bleef echter bij zijn voornemen en vroeg nog enkele dagen geduld te oefenen. Toen hij al aan de terugtocht begon te denken riep plotseling een matroos die op het voorschip stond "Land! Land!" In de verte was een eindeloze vlakte te ontwaren. Amerika was ontdekt!
Wanneer waren zij vertrokken? Wanneer aangekomen? Hoe lang duurde precies de reis? Waaruit bestond hun voedsel? Weinig Amerikanen zullen deze vragen kunnen beantwoorden. Anderen zullen niet eens weten wanneer het schip die de eerste inwoners bracht, aankwam.
Drieduizend en vierhonderd jaar geleden, lang voor Columbus, verlieten de Joden Egypte. Dat is zeer lang geleden; tijd genoeg om te vergeten. Maar wat een wonder! Elke jood, zij het in Rusland, Amerika, China of Perzië, overal ter wereld kent precies de datum waarop zij vertrokken -op 15 Nissan-; hoe lang de reis duurde -40 jaar- en wat zij aten -matzes-.
Gedurende al deze duizenden jaren vieren de joden dit feest, vertellen elk jaar opnieuw deze grote gebeurtenis tot in zijn kleinste details.
Zij zorgen ervoor dat zich geen kruimeltje chometz in hun huis bevindt. Zij eten matzes en bittere groenten. Drinken wijn en doen nog veel meer, precies zoals is voorgeschreven.
Wat hebben zij na die bevrijding allemaal meegemaakt? Verbanningen, progroms, godsdienstvervolgingen, lijden zonder einde. De geschiedenis van de bevrijding uit Egypte wordt echter niet vergeten, integendeel. Zij beleven de gebeurtenis en de gebeurtenis leeft in hen.
Het is waar, Columbus heeft een nieuw werelddeel ontdekt; een land waar goud en petroleum worden gedolven; een land dat op zichzelf een werelddeel is geworden bekend om zijn atomie, zijn technologie en nog veel meer. Maar, heeft Columbus de mensen iets nieuws gegeven? Zijn deze door de ontdekking menselijker geworden? Is hun levensaanschouwing tot een hoger peil gestegen? Heeft de technologie de mensen meer geluk en tevredenheid gebracht die onze voorouders niet bezaten?
De uittocht uit Egypte, gezien door de joodse levensaanschouwing, is niet alleen een landverhuizing zonder meer of een oud feest om de herinnering te bewaren aan onze voorouders.
De uittocht uit Egypte is een begrip. Dag aan dag, op ieder tijdstip, beleven wij deze gebeurtenis, voelen wij het net alsof wij zelf Egypte hebben verlaten. Wij willen ons verlossen van alle ketens van slavernijen, alles doen dat ons naar vrede en vrijheid leidt. Velen onder ons zouden zich afvragen: "Wat hebben wij met slavernij te maken?" Voor de zwarte slaven in Zuid-Afrika, in Johannesburg, is dit probleem actueel. Zij moeten vechten voor hun vrijheid. Volgens de joodse leer is deze redenering verkeerd. De meesten denken dat vrijheid betekent zich losmaken van zijn onderdrukking. Wanneer hij niet als slaaf voor anderen moet dienen, is hij vrij. Maar dat is niet waar. Het juk van zich afgooien betekent nog geen vrijheid, hoewel <vrijheid> geen negatief maar een positief begrip is. Vrijheid betekent datgene willen doen dat de mens inhoud aan zijn leven geeft. Niet lang geleden werd een zoölogisch onderzoek ingesteld bij dieren die vanaf hun geboorte door mensen werden gevangen gehouden en zwaar moesten werken. Toen zij groot genoeg waren om zelfstandig te leven, liet men ze vrij. Het duurde echter niet lang voordat zij naar hun meesters terugkeerden. Zij kenden het begrip van vrijheid niet. Zij waren verslaafd aan een zekere slavernij.
Vrijheid zonder inhoud en essentie is geen vrijheid. Een dier dat niet weet hoe in vrijheid te leven, blijft verslaafd. Zoals bij de dieren is het ook bij de mensen. Wat is de inhoud van vrijheid?
Observeren wij de mensen in hun jachtig leven, hun hunkeren naar geld met als ideaal de miljoenen op hun bankkonto vermeerderen en hun luxe te verhogen. Hun doel is dit te bereiken dat hen op het einde doet verslaven - geld en lof en eer zijn hun eerzucht, hun angst om hetgeen een ander over hen zal denken. Dit alles vormt het middelpunt van hun leven waarvan zij zich niet meer kunnen bevrijden.
Is dat vrijheid? Met luide stem willen wij het uitschreeuwen: "Laat de wereld stilstaan!"
Ik wil even afdalen. Ware vrijheid bezit de persoon die alles beheerst en vooral zichzelf. Wanneer er niets bestaat dat hij moet hebben; wanneer hij zichzelf verheft boven de dingen die hem verslaven. Zich van dit juk ontlasten is echter ook niet genoeg om van ware vrijheid te spreken. Daarvoor moet hij een doel voor zijn leven kiezen. En dit doel moet verhevener, hoger zijn dan zijn goedkope lichamelijke lusten bevredigen, die hem geen vrijheid verschaffen, omdat hij deze moet bezitten. Hij moet een doel voor ogen hebben, waarnaar hij ondanks alle moeilijkheden en beproevingen streeft. Dat is de bedoeling van
wonen: de Fransen in Frankrijk enz.
Het joodse volk echter heeft een innerlijke band, onafhankelijk van buitenstaande factoren. Niet langzaam aan is ons volk ontstaan, maar in één ogenblik bij de ontvangst van de Tora. Niet in een periode van fysieke bloei of toen het zich veilig voelde in zijn eigen land, maar op een moment toen ze nog maar net van de ketens van slavernij verlost waren. Op het moment van lichamelijke en morele ondergang. Op dit ogenblik zei G‑d: "Vandaag ben je een volk geworden". Dat was op de dag van de ontvangst van de Tora. Van nu af ben je een zelfstandig volk met inhoud en doel voor een eeuwig bestaan. Geen enkel volk kan je beheersen. Je bent een ware vrije mens".
Dat is de betekenis van Chazal's woorden: "Iedere dag moet een mens zich voelen alsof hij Egypte heeft verlaten. De uittocht uit Egypte is een gebeurtenis die men dagelijks met zich mee moet meedragen. "
Zich bevrijden van alle begrenzingen en alles wat hem omringt en zich verheffen boven de lichamelijke lusten en driften die hem met de tijd verbitteren en zich verheffen tot de onbegrensde wereld van vreugde en geluk - de ontvangst - van de Tora.