Jerushalaim
"Als ik Jerushalaim vergeet, moge mijn rechterhand vergeten worden. Moge mijn tong kleven aan mijn gehemelte als ik U niet vermeld, als ik niet Jerushalaim plaats op de top van mijn vreugde."
Met deze woorden van de psalmdichter koning David, wordt de centrale plaats aangegeven die Jerushalaim inneemt in ons denken. Maar niet alleen in ons denken, zelfs in ons handelen en in onze gebeden worden we regelmatig geconfronteerd met Jerushalaim. Zoals bekend spreken we onze gebeden uit staande in de richting van Israël, en als we in Israël zijn staande in de richting van Jerushalaim, en in Jerushalaim zelf staande in de richting waar eens de tempel heeft gestaan, waarvan nu slechts de westelijke muur nog overeind staat. Dagelijks vragen we in onze gebeden om de herbouw van Jerushalaim, zowel in de drie dagelijkse gebeden als ook in het bensjen, het dankgebed dat na de maaltijd wordt uitgesproken. En een van de meest gevierde avonden binnen de joodse traditie, de seideravond, wordt afgesloten met de bede: "Leshana haba'a bieroesjalajiem, volgend jaar in Jerushalaim."
Ook bij andere gelegenheden denken we aan Jerushalaim. Bij het einde van een choepa wordt door de chatan, de bruidegom, een glas gebroken. En hoewel dat het moment is dat iedereen mazzal-tov uitroept, is de feitelijke reden voor het breken van het glas een treurige - geen vreugde is volmaakt -zolang als de tempel nog niet herbouwd is. Om dit aan te geven wordt het glas gebroken.
In de Talmoed wordt ook de gewoonte gebracht dat een vrouw niet al haar sieraden zal aandoen, maar één er van zal laten liggen. Tegenwoordig doen we dit niet meer, omdat er vroeger min of meer een soort standaard aantal sieraden was dat de vrouw droeg. Dan was het herkenbaar dat er één sieraad ontbrak. Maar, tegenwoordig is er geen standaard meer en is het dus voor een buitenstaander niet te zien dat er een sieraad ontbreekt. Hetzelfde geldt voor een andere gewoonte die in de Talmoed gebracht wordt namelijk, om bij een feestmaaltijd één van de voorwerpen niet op tafel te zetten. Ook daar is tegenwoordig geen standaard meer voor en dus is het niet te zien voor een buitenstaander dat er een voorwerp ontbreekt.
Wat is er zo bijzonder aan Jerushalaim? Ten eerste zal een ieder die wel eens gewandeld heeft door Jerushalaim, en in het bijzonder op Shabbes of op een jom-tov, beamen dat er een heel bijzondere sfeer hangt in de straten van Jerushalaim. Voor velen is Israël en Jerushalaim vrijwel synoniem aan elkaar. Maar historisch gezien is er nog veel meer dat deze stad tot een centrum maakt van het joods leven. Eén van de meest aangrijpende episodes uit de Joodse geschiedenis is de offerande van Jitschak. Onze aartsvader Awraham kreeg de opdracht om zijn zoon Jitschak te offeren op de Berg Moria. Alhoewel hij G‑d diep dankbaar was voor de geboorte van deze zoon, was Awraham toch bereid om tot het uiterste te gaan. Awraham en zijn zoon Jitschak, die toen helemaal niet zo jong was als menig tekening of schilderij ons wil doen geloven -Jitschak was toen 37 jaar oud - zijn het symbool geworden van zelfopoffering, die als een leidraad door de gehele joodse geschiedenis heen gaat. Plaats van handelen: "de berg Moria, de latere tempelberg".
Als directe aanleiding voor de keus van koning David om daar de tempel te bouwen, wordt het volgende verhaal verteld. Er waren eens twee broers die daar hun gezamenlijke velden hadden. Eén broer was gezegend met een kinderrijk gezin, terwijl de andere kinderloos was. Op een nacht, nadat ze de oogst hadden binnengehaald, lag de broer zonder kinderen te piekeren: "Wat moet ik met mijn echtgenote met zo'n grote opbrengst. Mijn broer met al zijn kinderen heeft het veel meer nodig dan ik." Midden in de nacht stond hij op, vulde een grote zak met graan en ging op weg naar de graanschuur van zijn broer om daar heimelijk het graan neer te leggen. Diezelfde nacht kon ook de broer, die wel kinderen had niet slapen en piekerde hij: "Wat sneu voor mijn broer, die de vreugde van de geslaagde oogst met vrijwel niemand kan delen." En hij besloot om het verdriet van zijn broer te compenseren door hem een groter aandeel in de oogst te geven. Midden in de nacht stond hij op en vulde een grote zak met graan en ging op weg naar de graanschuur van zijn broer om het daar heimelijk neer te leggen. Halverwege ontmoetten de twee broers elkaar en toen ze elkaar zagen, ieder met een grote zak graan op de schouders, begrepen ze onmiddellijk van elkaar wat ieders bedoeling was. Ze zetten de zakken neer en vielen elkaar in de armen. Deze plaats van welgemeende, echte broederliefde is later de plaats geworden, alwaar koning David de grond heeft aangekocht om door zijn zoon koning Sjelomo de tempel te laten bouwen.
Ook de naam 'Jerushalaim' heeft een diepere betekenis. We kunnen het woord afleiden van de woorden 'jeree', vrezen en 'sjaleem', volmaakt. Jerushalaim is de stad van volmaakte vrees. En nogmaals een ieder die echt de lucht van Jerushalaim heeft opgesnoven, zal moeten toegeven dat dit een bijzonder effect op hem heeft gehad.
LESHANA HABA'A BIEROESJALAJIEM
VOLGEND JAAR IN JERUSHALAIM