Hebt u een trouwe bewaker

door SHABTAI SLAWATICKI

Twee goede vrienden, beiden ar­cheoloog, gingen navorsingen doen in het oude Rome. Op hun tocht door de ruïnes stootte één van bei­den op een hard voorwerp. Zij raap­ten het natuurlijk op en verwijderden al het zand en vuil, totdat er tot hun grote verbazing een oud waardevol Romeins geldstuk te voorschijn kwam.

Mezuzah 1Op één kant ontwaarden zij een huis in ruine. Aan de "me­zoeza" aan de deurpost, herkenden zij dat dit een joods huis uit het veroverde verwoeste land moest voorstellen. Op de andere kant was een reusachtig monument ge­graveerd, opgericht door de Ro­meinen ter herinnering aan de grote overwinningen op het slagveld. Beide vrienden spraken vol bewondering en lof over de eens zo machtige Romeinen, die in oorlog voeren en in het oprichten van zegepoorten en monumenten zulke kunstenaars wa­ren.
Langzaam aan keerden zij terug naar de bewoonde wereld. Één van de archeologen herkende aan de "mezoeza" een joods huis. Vanuit de tuin klonken stemmetjes van vrolijke, spelende kinderen.
"Als ik zo nadenk", zei één van de twee vrienden, "is het toch eigenaardig. dat het volk dat groot en machtig was, heerser over vele volkeren, al lang is verdwenen. Hun resten vindt men alleen maar onder de aarde. Daarentegen is dat arme, zwakke, eeuwig vervolgde volk, nog altijd in leven."
"Eigenlijk is dat ongelooflijk" antwoordde zijn vriend. "Nu je dat zegt, herinner ik mij dat hetzelfde met de Griekse en Assyrische heersers is gebeurd."
De Grieken, de vijanden van de joden, hebben hun land verwoest en medogenloos gedood al diegenen die zij te pakken kregen. Hetzelfde is bij de Assyriërs gebeurd.
Mezuzah 3Wie van de twee volkeren bleef bestaan?  "Ik zou graag willen weten, waarom dat zo is" zegt de vriend. Waar ligt het ge­heim van de eeuwige existentie van dit joodse volk?
Waren het alleen maar Rome, Griekenland, Assyrië die hen ver­volgden?
Neen, hoor! De lijst is erg lang. In elke generatie stonden volkeren op om hen uit te roeien.
Velen onder ons krijgen nu nog kippenvel wanneer zij aan de nazi­vervolgingen terugdenken. Is het niet eigenaardig? Een volk, licha­melijk zwak, knechten in Egypte, geboren ver van eigen vaderland. Een volk eeuwig gehaat door de omrin­gende volkeren! Een volk in iedere generatie vervolgd en gedeeltelijk uitgeroeid! Een volk dat voor het grootste deel van zijn bestaan, ver­spreid was onder vreemde volkeren!
Wat zou de computer ons ant­woorden op al deze gegevens in de tijd "van de uittocht uit Egypte" of "de verwoesting van de Tempel" of zelfs van "de Renaissance". Nul zou het antwoord luiden voor het voort­bestaan van het jodendom.
Maar dat volk, dat zich als een wankelend rietje tussen de grote machten bewoog, is het enige dat nog altijd bestaat. Deze minder­heid is tot een eeuwig licht uitge­groeid. Wij constateren dat de na­tuurwetten niet gelden voor dit volk.
Waar ligt het geheim? Waar ligt de oorzaak? Om hierop te ant­woorden gaan wij terug naar de me­zoeza van de archeoloog. Wat is de inhoud van de mezoeza en waarom wordt ze buiten en niet bin­nen aan de deurpost aangebracht? Om het beter te kunnen begrijpen willen wij het met een voorval illustreren.
De Romeinse keizer Adreanus zond een groep soldaten om Onkelos gevan­gen te nemen.
Onkelos was een groot geleerde en de raadgever van de keizer, totdat hij tot het jodendom is toe­getreden (hij schreef het  "Targum Onkelos").
Toen de soldaten zijn huis binnen­traden, begon hij met hen over het jodendom te spreken. En, ook zij bekeerden zich tot het jodendom. Met de tweede groep, die door de kei­zer werd gestuurd, gebeurde hetzelfde. Een derde groep soldaten kreeg het bevel om Onkelos vast te nemen en, zon­der een woord met hem te wisselen, hem gevangen naar de keizer te voeren. Toen zij Onkelos uit het huis leid­den, legde deze zijn vingers op de mezoeza en glimlachte. "Waarom lach je"? vroegen de soldaten hem. Onkelos antwoordde: "Het is de gewoonte op deze aarde, dat een koning van vlees en bloed in zijn paleis zit en de soldaten buiten de wacht houden.
De soldaten van de Koning der koningen zitten echter binnen en G‑d waakt buiten. G‑d hoedt uw uitgang en uw ingang". Deze woor­den drongen in hun hart en ook zij gingen over tot het jodendom. Wat heeft de soldaten van de keizer beïnvloed? Zij zagen de gemoeds­rust van Onkelos op het ogenblik dat hij gevangen werd genomen en weggevoerd. Zijn glimlach bij het kussen van de me­zoeza, was het vertrouwen op G‑d, Die hem bewaakt en op de goede paden leidt. Zij begrepen dat G‑d het de mensen met Zijn leer en geboden niet moeilijk wil maken en geen eigenbelang zoekt. G‑d heeft immers het werk van Zijn schepsel niet nodig. De leer en de geboden wer­den de mensen gegeven om hen de weg tot de volmaakte levenswijze te tonen en zo zijn opdracht op deze wereld te vervullen. De band waarmee het joodse volk met G‑d verbonden is, kan men niet verbreken. Ook niet wanneer, zij diep gevallen zijn.

• Israel blijft Israel - zelfs als het zondigt..

Waarmee kan men dit vergelij­ken? Met een konings zoon die van zijn vader wegvlucht en zich niet gedraagt zoals het een prins betaamt. Men moge beweren dat hij niet waardig is om   's konings zoon te zijn, hij is en blijft de zoon van de koning. Waar en in welke toestand hij zich bevindt, hij blijft altijd de Konings zoon.
G‑d, het joodse volk en zijn Tora blijven eeuwig verbonden.
Hieree verklaren wij het eeuwige bestaan van het joodse volk en begrijpen wij het verdwijnen van alle andere volkeren.

Wij willen er nog eens de aandacht op vestigen, dat het idee van het eeuwig joodse voort­bestaan niet nieuw is. Dit werd ons door G‑d toegezegd. Niemand zou zich zo belachelijk maken om aan zo'n klein volk, zonder vader­land, eeuwig vervolgd en omringd door vijanden, de belofte te doen voor een eeuwig bestaan daar waar zoveel sterke, machtige volkeren ten ondergaan.
Wie kan zulke toezeggingen doen? Alleen G‑d.
Dit is de verklaring voor Onkelos' glimlach toen hij de hand op de mezoeza legde. Onkelos had ver­trouwen in G‑d. Hij wist dat hij op zijn trouwe Bewaker kon rekenen. 
Een Bewaker, Die geen minuut rust, dag noch nacht.
Deze glimlach is die van het jood­se volk tegenover allen die hen wil­len vernietigen. Het volk, dat met zekerheid weet dat al het leed hen aangedaan en alle vervolgingen niet baten. Dat het eeuwig zal blijven bestaan.
Dit is de betekenis en de zin van de mezoeza. Een mezoeza aan zijn huis bevestigen, is een stempel van G‑d op zijn huis zetten.
Vanaf dit ogenblik wordt zijn huis door "speciale ogen" bewaakt. Het wordt omringd door een speciaal pantser. De kracht van de mezoeza geldt niet alleen binnenhuis, zoals velen denken, maar ook buitenshuis. "G‑d behoedt uw uitgang en ingang tot in alle eeuwigheid".
De mezoeza moet niet alleen bij de ingang aangebracht worden, maar bij iedere kamer. Het gebeurt vaak dat mezoeza's niet kosjer zijn - het is daarom raadzaam ze te laten nakijken.